Vorige week schreef ik over Kane. Hij liet mij niet meer los. Had ik goed gehandeld? Wat zou er met mijn melding gedaan worden? Is hij veilig? Het beeld liet mij niet meer los: die jongen met zijn verwarde haren en de dikke tranen die over zijn wangen liepen.
Als ik om 07.00 uur in de auto stap weet ik nog niet wat de dag mij zal brengen. Het is nog donker en stil buiten. Nog heel even ben ik alleen met mijn gedachten. Als ik op school kom is het eerste dat ik doe informeren naar Kane.
Er volgt een diepe zucht: ’tja……’ Het kost me veel moeite om informatie los te krijgen over wat er gebeurd is na vorige week. Er schijnt een gesprek te zijn geweest met moeder, die één en ander gebagatelliseerd heeft. Nu verwacht ik ook niet dat zo’n moeder toegeeft dat ze telefoons kapot maakt en mensen wurgt. Ik was alleen ook niet zo naïef om te denken de school als enige actie het verhaal van dit jongetje zou gaan checken op feiten bij ‘de dader’. Alsof zo iemand dan spontaan zegt: ja, ik heb inderdaad met het puntje van een vleesmes tegen de keel geprikt van mijn partner voor de ogen van mijn kind. En daarbij zo hard geroepen dat ik hem dood zou maken dat zelfs de buren het konden horen. Met alle kracht die ik in me heb probeer ik nogmaals om boven water te krijgen wat er nou nog meer met mijn melding is gedaan. Nog één keer besluit ik recht op de vrouw de vraag op tafel te gooien:
“Is er melding gemaakt van dit incident bij Veilig Thuis?”
Op deze directe vraag krijg ik een indirect en ontwijkend maar semi-ontkennend antwoord. Het wijkteam was er al bij betrokken en er is ‘ergens twee jaar geleden al een keer’ een melding gedaan. Aan alles merk ik dat er irritatie ontstaat over het feit dat ik zo doordram. Het gesprek bloedt ook dood als er een leerling binnenkomt.
En dan Kane. Kane was totaal onbereikbaar vandaag. Onhandelbaar ook. En brutaal. Hondsbrutaal. Hij had een hele grote mond tegen me. Maar ik ben niet vergeten hoe hij vorige week naast me zat. Ik ben zijn pijn en verdriet niet vergeten. Want ik voel het nog. Achter deze houding zit een hoop leed verscholen.
Vorige week ging ik met een tas vol verdriet, maar ook met goede moed op weg naar huis. Deze week is mijn tas ook gevuld. Met ongeloof. Blijkbaar heeft iedereen de hoop al opgegeven. Blijkbaar kan het niemand écht iets schelen. Blijkbaar voelt niemand zich verantwoordelijk voor dit jongetje en deze situatie. Dit jongetje komt niet ongeschonden uit de strijd. Dat geef ik je op een briefje. Hij raakt hoe dan ook beschadigd door de langdurige blootstelling aan een situatie waarin het hem aan veiligheid en liefde ontbreekt.
En dan lezen we binnenkort in de krant dat het ergens in een stad in Nederland vreselijk is misgegaan. Alle instanties waren erbij betrokken en we vragen ons af hoe het heeft kunnen gebeuren.
Nou zo dus. Zo.
Weet dat jij ook zelf mag melden bij Veilig Thuis. Je kunt anoniem bellen voor advies en eventueel anoniem een melding doen.
Als de buren dat ook doen, bijvoorbeeld, gaan ze signalen optellen.
Sterkte!
Hoi
Wat een akelig verhaal. Je mag en kunt zelf ook (anoniem) melding doen. Zou dat je helpen?
Ik zou hier zeker ook pislink van worden en eerlijk gezegd naast veilig thuis zou ik ook bellen naar de onderwijsinspectie met de vraag wat zij een verantwoorde omgang hiermee zouden vinden. Het mag niet zo zijn dat het bij de volgende melding net zo afgedaan wordt. Zodra het moeilijk wordt wegduiken.