De pot verwijt de ketel…..

Dit verhaal heeft een inleiding nodig. Of eigenlijk niet. Onderstaand artikel las ik in de krant. De titel is natuurlijk prikkelend, voor wie zelf de PABO doet. Nog leuker is dat mijn docent zich uit de tent heeft laten lokken door een journalist.

Eerst maar eens het artikel:

Bron: Leeuwarder Courant

Over wat ze zegt kun je veel zeggen. Ik heb het grote geluk dat ik kan rekenen en dat taal me ook ligt. Al mijn toetsen, de landelijke en eigen, heb ik zonder herkansing gehaald. Er zijn dus serieus studenten die zo’n toets 28 keer moeten maken. Vroeger was de wiscat onderdeel van het bindend studieadvies. Als je na een jaar dit onderdeel niet had, werd je onverbiddelijk verwijderd van de opleiding. Maar sinds corona is dat BSA geschrapt. De wiscat is een onderdeel van de propedeuse en wordt later gevolgd door een zwaardere kennisbasistoets. Nu dat BSA geschrapt is, zijn er studenten die in jaar drie zo’n toets niet gehaald hebben. Dat levert weer hele rare situaties op. Want ze hebben op 1 punt na hun propedeuse, maar kunnen de landelijke toets niet maken. Sowieso zouden ze die niet halen, want als je de wiscat niet haalt is er geen mogelijkheid dat je die veel moeilijkere toets gaat halen.

Terug naar het stuk. Mijn opleiding bungelt dus onderaan de ranglijst in Nederland. In de drie jaar dat ik er nu studeer hebben we vier decanen versleten. Er is zoveel mis met de opleiding dat het niet eens te beschrijven is. De zwakste plek van de PABO is de taalsectie onder leiding van onder andere mevrouw de Boer. Ja, dezelfde mevrouw de Boer uit het artikel. De taalsectie doet gemiddeld 1,5 jaar over het nakijken van je verslag. Helaas overdrijf ik niet. Om je verslag binnen 1,5 jaar terug te krijgen moet je wel 65 mails versturen en 28 keer de taalkamer bezoeken. De taalsectie is de achilleshiel van de opleiding.

En als ik dan dat stuk lees, kan ik alleen maar heel hard lachen. Er staat ergens dat studenten niet meer het fatsoen hebben om een aanhef boven hun mail te schrijven. Ik heb net even de mails van mevrouw de Boer opgezocht: ik heb zonder moeite 19 mails (persoonlijk en aan alle studenten) gevonden van haar zonder aanhef. ‘Zij begon gewoon’ (en daar lach ik dan een beetje flauwtjes om). Persoonlijk heb ik nog 8 mails die ze nooit beantwoord heeft. En ze is mijn feedback kwijtgeraakt. Dat bericht kwam dus pas na 1,5 jaar. Hilarisch is ook wel dat we een jaar geen taalonderwijs hebben gehad. Want de taalsectie had het druk, geloof ik. In de kerstvakantie heb ik trouwens kei-veel boeken gelezen (want ik moest er in totaal wel 200), naast de literatuur. Mevrouw de Boer had van mij ook best wat verslagen mogen lezen. Als je zo’n achterstand hebt, dan begin je toch in elk geval met lezen? Van mij mag je alles zeggen wat je wilt (of is het wil?), zeker als het je vakgebied zou moeten zijn. Maar als je zo hoog van de toren blaast, moet je zelf wel je zaakjes op orde hebben. Lijkt me.

Dan nog even over de inhoud van het artikel. Misschien is het taal en/of rekenniveau achteruit gegaan. Maar kinderen spreken in groep 1 tegenwoordig wel Engels. Ze leren op een artistieke manier zichzelf uiten en over hun gevoelens te praten(dans, drama, muziek), ze leren meer over de wereld om zich heen. Vroeger was er veel minder plek in het curriculum voor dit soort vakken, die we blijkbaar toch belangrijk vinden. Tegenwoordig houden we van ’hoofd, hart en handen’. Zelf neig ik meer naar traditioneel onderwijs, maar daar ben ik een uitzondering mee. Vroeger konden we 2 uur per dag rekenen. Nu is er bijna geen klas te vinden waar er drie kwartier per dag gerekend wordt. Maar, het onderwijs probeert met z’n tijd mee te gaan. Meestal lopen we wel een jaar of 20 achter. Is het nu echt nog zo belangrijk dat je 258 x 12 uit je hoofd kunt doen? Want zeg nu even zelf, pak jij niet ook gewoon je mobiel erbij? Is het zo erg als je eens een -d en een -t verwisselt? (Nogmaals) mijn mening: ik vind dat je als leerkracht boven de stof moet staan. Maar die eis lijkt ook ouderwets.. Op het HBO kun je tegenwoordig ook werken zonder een universitair diploma. In hoeverre staan zij boven de stof die ze proberen over te dragen aan ons? Alhoewel in mij een strijd gaande is tussen de traditionele en moderne opvattingen zie ik in de praktijk ook de zelfontplooiing bij veel kinderen. Ties heeft een TOS (taalontwikkelingsstoornis), maar is ontzettend creatief en sociaal. Hij geniet als ik muziek op zet. Als ik vraag of ik nog een hoofdstuk moet lezen (ik lees altijd in de pauzes), roept hij het hardst van iedereen: JAAAAAA. Hij moppert nooit als ik (ook in zijn eetpauzes) letters met hem flits. Is het voor Ties belangrijk dat hij later precies weet wanneer hij ‘vindt’ met -dt schrijft? Ties kan zichzelf uitdrukken op papier en in wat hij zegt. Hij leest met heel veel plezier boekjes. Wel ver onder het niveau dat je verwacht van een ’normaal’ kind. Maar hij heeft dan ook een TOS.

Ik ga een beetje weg bij het onderwerp, maar toch weer niet. Ties wordt waarschijnlijk geen leerkracht. Maar stel dat hij het zou willen. Hij zou er denk ik nog harder voor moeten werken dan ik. Ik denk dat hij geweldig zou zijn. Altijd vrolijk en een enorm doorzettingsvermogen. Creatief en vol met humor. Hij kan goed rekenen. Hij weet slim sociale situaties op te lossen en sluit nooit iemand buiten. Eigenschappen die in 2023 allemaal belangrijk zijn. In 1950 ook trouwens. Al sloegen we het er toen graag uit…. We hebben graag onze mond vol over passend onderwijs voor iedereen. Toch laait de discussie over het niveau van de pabo-student regelmatig op. Als we willen dat het onderwijs verandert, moeten we dan niet ook het onderwijs voor hen die gaan onderwijzen veranderen?

Hier en daar zal er eens een spelfoutje zitten in dit blog. Leerlingen tegenwoordig zouden zeggen: I REALLY DON’T CARE. Dan trek ik één wenkbrauw op en vraag ik waarom ze dat zeggen. Het geijkte antwoord is dan: weet ik niet. En dan zeg ik: ga daar in je pauze maar eens over nadenken terwijl je binnenblijft. Dat vinden mensen dan zielig. Want je ontneemt het kind zijn of haar pauze. Ik vind er niks zieligs aan trouwens.

Wist jij toen je zes jaar oud was wat ’ I REALLY DON’T CARE’ betekende? Ik niet. Maar ik kon dan wel een stuk beter rekenen dan de kinderen van tegenwoordig.

6 gedachten over “De pot verwijt de ketel…..”

  1. Wat nogal eens uit het oog wordt verloren is dat een wereld met alleen maar knappe koppen niet gaat werken. Waardoor er zo zoetjes aan een onwijs gebrek is aan handvaardige vakmensen. Ook zie je een ommekeer in de maatschappij. Voor echte vaklui ligt er een zeer goede (financiële) toekomst in het verschiet.

  2. Ik ben ook groot voorstander van ouderwets onderwijs. Toen ik hoorde dat de werkgroepen rekenen en taal op de school van mijn dochters heropgericht waren nadat ze ten behoeve van de werkgroep kunst en cultuur en techniek waren verdwenen dacht ik daar iets van. Wat mij betreft is de corebusiness van school het leren lezen en schrijven en rekenen in een sociaal veilige en gezonde omgeving. En de sfeer moet positief zijn maar verder hoeft zeker niet alles leuk te zijn.

    1. Tja, ik heb ook gezien wat de vakken uit kunst en cultuur met leerlingen kunnen doen. We hebben nu eenmaal allemaal andere talenten en het is juist ook heel goed om je te ontwikkelen op al die andere gebieden. Niet iedereen is talig of wiskundig.

      Het probleem is dat er vooral veel moet en er steeds wat bij komt. En de tijd is maar zo beperkt. Al deze vakken zitten in het curriculum en een school is dus verplicht om deze doelen te halen.

      Met het laatste deel van je opmerking ben ik het overigens helemaal eens.

      1. Ik ben ook niet tegen een werkgroep techniek of kunst en cultuur. Maar tegen het opheffen van werkgroepen taal en rekenen. Zelf denk ik dat het mooi zou zijn als de schooldag vanaf groep 3 of 4 een (half) uur langer zou zijn maar met invulling van kunst/techniek/sport/kook lessen door vakleerkrachten zodat het niet de werklast van de leerkracht verzwaard. En dan kan een school kiezen waar het zijn accent daarin legt.

        1. Het opheffen van zo’n werkgroep is ook wel bijzonder. ‘Wij’ hebben gelukkig gewoon een taal- en rekencoördinator, naast de commissies voor levensbeschouwelijke identiteit, natuur, techniek, kooklessen, drama, dans, beweging en nog een aantal die ik vergeet.

Reacties zijn gesloten.