Het is net als met zoveel dingen in het leven: je kunt je voorbereiden op datgene waarvan je denkt dat zal komen. Maar je weet pas hoe het is, als datgene waar je je op voorbereid hebt voorbij is. Dan weet je hoe het was. In dit geval kon ik me voorbereiden, omdat ik wist hoe het geweest was. Ik wist wat ik kon verwachten. Maar toen het onvermijdelijke gebeurde was het alsof de bliksem insloeg.
Maandag was een hel. Fuck. De medicijnen begonnen in te werken. Ik heb me jarenlang niet zo depressief gevoeld. En ik heb een depressieve stoornis, dus dat zegt wel wat. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden had ik Saar thuis. Dat dwong me om voor mezelf en haar te zorgen. Maar ik kón het niet. Mijn ene been voor de andere zetten voelde loodzwaar. Het glas dat ik optilde viel uit mijn handen, omdat ik de kracht niet had om vast te houden. Een broodje smeren voor mezelf bleek een onmogelijke taak. Toen ik Saar in bed legde voelde ik me opgelucht. Ik ging op bed liggen en staarde naar het plafond. Twee uren lang. Toen ze wakker werd wist ik niet wat ik moest doen. En dus nam ik haar in bed en zette ik een filmpje aan. We keken samen op bed twee uur lang tekenfilms en liedjes. En ik voelde me de meest waardeloze moeder van de eeuw. Ik wist op dat moment zeker dat ik mijn kind een trauma voor het leven bezorgd had. Wha, en dat wil nóg een kind? Je verdient er niet eens één. Dit meisje verdient een moeder die bruist van de energie. Die met het speelt en haar laat zweven als een vliegtuig in de lucht. Met haar stralende sterrenoogjes. Om mijn schuldgevoel af te kopen mocht ze haar speen inhouden. Saar kwam op mijn borst liggen, pakte mijn hand en maakte zachte sabbelgeluidjes terwijl ik voor de 585e keer de wielen van de bus luisterde met haar. Misschien was dit niet het gedrag van een getraumatiseerd kind. Maar dat kon ik op dat moment niet zien. Toen de dag eindelijk voorbij was, was ik opgelucht. Weer een dag overleefd. Misschien draait de aarde morgen niet meer om de zon. Wat een heerlijkheid zou dat zijn.
Dinsdagnacht lag ik weer naar het plafond te staren. Mijn buik begon pijn te doen. Wanhopig ben ik op zoek naar signalen die mijn lichaam wil geven. Groeit er iets? Is het mislukt? Als ik mijn ogen dichtdoe en probeer te voelen waar de pijn precies zit, val ik alsnog in slaap. Als ik dinsdag lesgeef voel ik opnieuw steken in mijn buik. De pijn wordt steeds erger en elk moment dat ik heb om stil te staan bij mezelf -dat zijn er gelukkig weinig-, vraag ik mezelf af wat er gebeurt in mij. Is het goed? Is het fout? De pest is dat je het niet weet.
Vandaag maak ik me klaar voor de afspraak in het ziekenhuis. Groen, rood, rood, rood, oranje, groen, rood, groen, oranje, rood, groen, groen, groen, rood. Het zijn de stoplichten waar ik langs kom op de route. Als ik dan ’tik tak tik tak’ door de gang hoor, dan zit ik direct rechtop. Dit is onmiskenbaar het loopje van mijn andere vaste arts. Mijn minst favoriete ook trouwens. Nog voor ik haar zie weet ik dat ze komt, haar haren netjes gekapt, nagels rood gelakt en hakken aan. Het ritme van die hakken zou ik in mijn slaap kunnen herkennen. En jawel. Niet het gezicht dat ik het liefst zie bij een echo. Ze is namelijk een beetje hardhandig en ze komt nogal pendant over (maar dat is ze niet). Ha, getrouwd inmiddels en hoe is het met jullie dochter? In het kort praat ik haar bij over de afgelopen twee jaar. Er hangen een miljoen geboortekaartjes in haar kamer. Ik zoek naar de onze. Ik vind het eigenlijk best raar dat die hangen in een kamer waar vrouwen komen die grote moeite hebben met het vervullen van hun kinderwens. Natuurlijk geeft het hoop op goede afloop. Maar het is ook vrij confronterend. Net als alle dikke buiken die ik nu schijnbaar overal om me heen zie. Of er is een babyboom of er is een zesde zintuig dat aanstaat in mij. Gevoelig voor elke vrouw die vruchtbaarheid uitstraalt.
Terwijl ik hardhandig uit elkaar gerukt wordt door een echo-apparaat van formaat aubergine, kijk ik mee op het scherm. Ik zie een baarmoeder in beeld die overduidelijk rijp is voor een zwangerschap. Ja, ik ben een mini-deskundige myself. De dokter is trots. Door naar de eierstokken. Links is rustig. De euforie ebt weg. Geen ontwikkeling te zien. Maar het ritje in de achtbaan is nog niet voorbij en na een down komt er normaalgesproken weer een up. En jawel, rechts verschijnt er een prachtige eicel in beeld. Hell yeah. Mijn lichaam flikt het. Zestien millimeter. Nog iets te klein, maar groot genoeg om te weten dat deze door gaat zetten. Er zit ook nog een verrassing achter deze mooie eicel. Nog eentje. Dubbel yeah. Wat kleiner, 12 millimeter. Het zal er om spannen of ook deze rijp genoeg wordt, of verloren zal gaan. Vrijdag volgt er nog een echo om te kijken of de eicellen en baarmoeder rijp genoeg zijn.
Eenmaal op weg naar de auto ben ik zo in gedachten verzonken dat ik vergeet een parkeerkaartje te kopen. Ik moet een beetje lachen om mezelf. Ik hoop dat mijn onhandigheid niet erfelijk is. Heel even maakt mijn hart een sprongetje. Ben ik volgende week zwanger? Het leven loopt zoals het loopt. Sommige dingen zijn onvermijdelijk. Je kunt het uitstellen of er van proberen weg te lopen. Maar als ik voel hoe mijn hart warm wordt van het idee, knijp ik mezelf. Hou je kop erbij. Ik heb achttien keer gehoopt dat ik zwanger zou zijn. Blijf realistisch. En bovendien, jij verdiende toch niet nog een kind? Wat doe je hier dan überhaupt? Zorg eerst maar dat zij gelukkig is, voor je nieuw leven verpest. Goed, misschien ben je nu wel weer heel hard voor jezelf. Weet je wat we afspreken? Je mag vandaag gewoon voelen wat je voelt. Wees maar blij. Wees maar bang. Wees verdrietig. Het maakt niet uit. Want jij bent gewoon jij. Precies jij. Perfect in imperfectie.
Weet je wat mijn 17 jarige laatst zei: weet je wat zo fijn is bij jou mam. Dat ik ook wel gewoon tegen je aan mocht hangen als jij je een keer niet lekker voelde. Beetje tv kijken en gewoon even bij elkaar plakken.
En met kerst ‘Kerst met Linus’ kijken ’s morgens in jouw bed.
Je weet zelf ook wel dat het niet falen is. Maar die nare bijwerkingen vertroebelen je zicht en later, later zie je het als best een fijn moment met Saar.
Een fertiliteitstraject zou met 4 maanden onbeperkte opvang en vrije dagen moeten komen. Een schoonmaker en een kok.
Het is wat mij betreft de hel. (Iets met overgevoeligheid voor medicatie. Allergie voor de prikvloeistof. Botte naalden. Botte artsen. Een lijf dat volledig met gestrekte benen de sliding ingaat. Wekenlang migraine, projectiel raken bij beweging, geluid en licht. Hechtingen na zo’n inwendige echo door een hork. Ladingen echo,s. Een heel kwartet nare artsen. En meer dan 20 keer misprikken bij de bloedafname.)
Als je deze periode doorkomt met filmpjes op bed.. doe het.