Voor Kane

Disclaimer vooraf: Lang heb ik getwijfeld of ik deze blogpost online zal zetten. Mijn blog is in eerste instantie en vooral bedoeld om van me af te schrijven. Het is mijn dagboek, maar dan online. Er zijn onderwerpen of blogposts die grenzen raken van wat ik kan of wil delen met de buitenwereld. Maar, ik krijg ook vaak reacties van mensen die zich herkennen in situaties, die steun ervaren aan mijn schrijfsels en er hoop uit putten. In dit geval kies ik er na zorgvuldig beraad met mezelf en mensen om mij heen voor om dit toch te posten. Omdat het het verschil kan maken voor iemand. Omdat je twijfelt of je melding moet doen van een situatie. Voor als je te maken hebt met kinderen in een onveilige situatie. Sommige feiten zijn aangepast i.v.m. de privacy. Ook de naam Kane is een pseudoniem. Ik heb gehandeld volgens de officiële richtlijnen en er zal een melding gemaakt worden bij Veilig Thuis. Voor één keer publiceer ik mijn e-mailadres, omdat je misschien wilt reageren. Ik ben bereikbaar via mevrouwfreezefire@gmail.com.

Dikke tranen rollen er over je wangen. In de pauze gebeuren er vaker dingen die tranen veroorzaken. Ik weet niet wat het is, maar ik voel direct dat het ernstig is. Het kan niet wachten. Ik loop naar je toe en zeg dat we zo apart zullen praten met elkaar. De overige leerlingen instrueer ik om brood en drinken te pakken en ik zet ‘Overblijf TV’ aan. Ik neem je mee naar het kamertje.

Een rivier van verdriet overstroomt de kamer. Ik zou je vast willen pakken en dicht tegen me aan willen drukken, zoveel pijn voel ik.

Ik: Kane, kun je me vertellen wat er aan de hand is?

Kane: Ik ben zo verdrietig en boos. Dat is ook waarom ik vanmorgen zo deed.

Ja, Kane was onhandelbaar vandaag. Erger dan normaal. Ik weet dat er thuis één en ander speelt. Vorige week rook Kane heel onfris.

Ik: Wil je vertellen waarom je boos en verdrietig bent?

Kane knikt. Maar hij kan niet praten. Kane huilt. Zonder geluid. Hele dikke tranen. En ik merk dat ik mijn best moet doen om afstand te houden en helder te blijven nadenken.

Ik: Eerst even een slokje drinken.

Kane neemt en slokje en begint. Hij hakkelt.

Kane: Mijn vader is vreemdgegaan.

Nog meer tranen. Twee straaltjes. Ik hou mijn mond en probeer te bedenken hoe in godsnaam ik dit gesprek aan moet vliegen. Is het te laat om de juf erbij te halen? Aan de andere kant, hij opent zich voor mij. Zal hij dichtklappen als ik wegloop en weer iemand anders introduceer in dit gesprek? Kane gaat verder.

Kane: mijn moeder heeft gisteren de telefoon van papa stuk gemaakt. Zodat hij haar niet meer kan bellen. En ik probeerde opa en oma te bellen, maar ze namen niet op. Normaal zijn ze er binnen vijf minuten als papa en mama ruzie hebben. Maar nu moest ik het helemaal alleen doen.

Ik: Ik snap dat je heel boos en verdrietig bent. Het is vast heel moeilijk om je vader en moeder zo te zien.

Kane huilt nog steeds heel hard. Dit keer snikt hij er ook bij. Zijn hoofd hangt.

Kane: ik ben zo bang juf.

Ik: Waar ben je bang voor?

Kane: dat mijn vader dood gaat.

Ik: Waarom ben je daar bang voor?

Kane: nou, ze doen ook zo

Kane doet een demonstratie waarbij hij twee handen om zijn eigen nek legt.

Kane: en dan laten ze elkaar stikken. En gisteren deden ze er ook een mes bij. Zo’n scherpe. En zo! Bij de keel! En ze wurgen gewoon echt!

Met zijn handen doet hij voor hoe groot het mes is.

Ik: je vader of je moeder?

Kane: mijn moeder

Ik: Ja, ik snap heel goed dat je bang bent. Wat moet jij je ontzettend naar voelen.

Kane: Nou ja, ik heb dus ook een vriendinnetje. En mijn moeder zegt dat ik dit ook allemaal bij haar moet doen: een blauw oog slaan! En haar wurgen. En ook vreemdgaan.

Ik: oh…

Kane: nou ik WIL dat helemaal niet. Maar mijn moeder zegt dat het moet. Maar ik wil het niet.

Ik: Ik vind het knap van jou, dat je weet dat je dat niet wilt doen bij jouw vriendin. Je weet volgens mij heel goed dat dat niet fijn is.

Kane: nee, ik wil niet iemand pijn doen. Ik hou van haar. Maar ja. Ik bel dus normaal opa en oma. Maar die namen niet op. En toen moest ik het dus alleen doen. Ik moest steeds tussen ze in zodat ze niet gingen slaan.

Er vormt zich een plasje op tafel. Het verdriet is zo tastbaar en ik voel me zo onhandig in wat ik doe. Ik wil meehuilen, omhelzen, meenemen, omarmen, vastpakken, troosten en zeggen dat het goed komt. Maar het is niet goed. Het is godverdomme verre van goed. Ik kies er voor om zijn haar uit zijn gezicht te strijken. Een miniem gebaar, waarin hij hopelijk voelt dat ik bij hem ben.

Kane: ik heb heel slecht geslapen juf. Want ze gingen maar door en door en door. En elke keer moest ik afluisteren of het niet mis ging. Want dan moest ik er weer tussen. Maar toen kon ik dus niet slapen en daarom doe ik nu zo. Want ik ben echt heel bang. Dat ze dood gaan. En ik wil ook niet dood.

Ik: Ik vind het echt heel dapper van jou. Dat je dit vertelt aan mij. Ik snap best dat je daardoor boos was vanmorgen. Je maakt je veel zorgen. Ik ben heel erg blij dat je dit durft te vertellen. Wat kan ik doen om jou nu te helpen?

Inmiddels heb ik doekjes gepakt voor Kane en veegt hij zijn tranen af. Langzaam maar gestaag drogen de tranen op. We nemen een slokje water. Ik doe met hem een ademhalingsoefening. Ik vraag hem nogmaals wat hij nu fijn zou vinden.

Kane: mag ik terug naar de klas met jou?

Ik: Jazeker. Vind je het fijn om met de uitleg aan de instructietafel te komen zitten bij mij? Dan ben je in de buurt, kun je het goed zien en kan ik je een beetje helpen.

Kane: Ja. Ja. Ik wil bij jou zijn.

Ik zeg: kom, we gaan. En ik sla een arm om hem heen en trek ‘m even heel dicht tegen me aan. Hopelijk voelt hij wat liefde. De rest van de dag zit hij aan de instructietafel. Zijn ogen staan ernstig. De mijne ook trouwens. Ik heb heel veel moeite mijn aandacht bij de lessen te houden. Kort heb ik de juf gebrieft over het gesprek, de reactie is nogal matig. Even vraag ik mezelf af of ik het groter maak dan het is? Dit is toch een inmens onveilige situatie? Maar de lauwe reactie lijkt iets anders te tonen. Zijn ze dit gewend? Is dit normaal? Mijn hoofd dwaalt af. Af en toe knipoog ik naar Kane. Huiselijk geweld, lichamelijk geweld, misbruik. De cijfers liegen er niet om. En toch ben ik blijkbaar verbaasd als ik voor het eerst te maken krijgt met zo’n serieuze melding. Na schooltijd neem ik het gesprek nog eens door. Pas na overleg met een collega dringt de ernst van de situatie door tot mijn mentor. De protocollen worden in gang gezet.

De ballast die ik mee naar huis neem is groot. Ik vraag me af of Kane nu thuis is en in welke omstandigheden hij verkeert. Is hij veilig? Voelt hij zich veilig? Weet hij dat ik in gedachten bij hem ben? Wat zal er van hem worden? En fuck. Het was veiliger toen ik het niet wist. Nu weet ik het. Het weten brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Ik doe mijn best Kane. Wat een shitzooi. Wat een ellende. Als ik thuiskom smijt ik mijn tas in de hoek. Ik kan me niet beheersen en gooi de deur met een klap dicht. Dan schop ik tegen de deur. Het enige resultaat is dat mijn voet zeer doet, de deur geeft geen krimp. Ik moet mijn gevoelens onder controle krijgen. Zo haal ik Saar op. En Saar heeft een moeder nodig. Voor eens besef ik me dat ik het zo slecht niet doe als moeder. Maar daar heeft Kane niets aan. Ik haal nog even diep adem. Ik veeg de tranen van mijn gezicht met een doekje. Ik neem een slokje water. En dan doe ik dezelfde ademhalingsoefening die ik met Kane heb gedaan. Je kunt dit, zeg ik tegen mezelf. Zoals ik ook tegen hem zei toen hij probeerde zuurstof in zijn longen te krijgen.

And I can’t change

Even if I tried

Even if I wanted to

My love

3 gedachten over “Voor Kane”

  1. Stil van.
    Wat fijn dat je het aanvoelde, en dat hij zich voor je opende. Ik hoop zo dat hij (en zijn ouders) de juiste hulp krijgen.

  2. Je zou alle Kane’s toch mee naar huis willen nemen, doodknuffelen en ze nooit meer onveilig willen laten zijn. Man, wat verdrietig dit allemaal. Wat maken sommige volwassenen er toch een puinhoop van.

Reacties zijn gesloten.