#5 Fertiliteitstraject: the day after

Als ik wakker word, loop ik naar de koelkast. Ik pak de pen uit de koelkast. De pen in mijn hand voelt vertrouwd. Ik kan voelen of deze nog vol is of bijna leeg. Dit is een volle. Hierna loop ik langs de medicijnkast. Ik vis er een naaldje uit. Geribbeld omhulsel. Ik hou de naald tussen duim en wijvinger en ritueel ga ik alle ribbels af. Nog steeds 8. Wat een opluchting. Als ik de witte dop van de pen trek, dan klinkt de klik nog steeds hetzelfde. Even speel ik met de injectiepen. Met één hand. Dop er op. Dop er af. Dop er op. Dop er af. Goed, dop eraf dus. Tijd om de naald te bevestigen. Ik trek het lipje van het omhulsel af. Dan speel ik met het naaldje. Mijn linkerhand. Ik laat het nog beschermde naaldje salto’s maken in de lucht. Hoger en hoger.

Kom op mevrouw FF. Als je dit ritueel elke dag gaat doen, kun je de wekker nog wel een kwartier eerder zetten. En je tijd is al zo schaars.

Ik draai de dop op de pen. De ene kant van de naald doorboort onder mijn bezielende leiding het membraan dat de injectievloeistof tegenhoudt. Het omhulsel trek ik er resoluut af. Er zit nóg een beschermer om het naaldje. Een gifgroene. Ook die ruk ik er af. Op het moment dat ik dat doe komt er een geur vrij die me bijna laat overgeven. Een penetrante doordringende medische chemische geur. Hoe vaak heb ik dit geroken? Vaak genoeg om alle seinen in mij nu op rood te zetten. Mijn hele lichaam schreeuwt bij het ruiken van die geur. Ik weet dat het nog maar even duurt en de koelkast ruikt zo. Ik weet dat het niet lang gaat duren of de bijkeuken ruikt zo omdat de naaldencontainer daar staat. En -vergeef me- fuck you klotenaald. In mijn beleving was je kleiner. Veel kleiner. Ik had me voorgenomen dit traject zelf te prikken. Maar ik heb een enorme prikangst en ik val vaak flauw. Hoe ga ik met deze naald in mijn eigen huid prikken? Het naaldje is niet heel dik. Maar wel groot genoeg om te zien dat het een schuine kant heeft en holle punt. Dat ik deze naald durf te bestuderen is voor mij een overwinning op zich.

Niet aanstellen mevrouw FF. Bevallen doet meer pijn. Ah ja, pijn, daar ben ik ook niet bang voor. Nou ja, behalve dan als ik moet bevallen. Maar niet bij injecties. Ga door mevrouw FF. Je hebt niet zoveel tijd meer.

Negen keer draai ik aan de rode draaidop. Elke klik klinkt oorverdovend in een verder nog stil huis. Daar staat het: 112,5 eenheden. Ik ben misselijk van de spanning en ik leg de volledig geprepareerde injectiepen neer op het aanrecht. Ik heb hulp nodig. Vandaag ga ik het nog niet zelf kunnen. Alleen al het klaarmaken van de medicatie, de geur en de herinneringen hebben me kotsmisselijk gemaakt.

Ik maak meneer wakker en vraag of hij de injectie wil zetten voor mij. Samen zoeken we een geschikte plek uit op mijn lichaam. Ook dit onderdeel van het ritueel is belangrijk voor me. Het geeft me een halve minuut extra uitstel van executie. Als hij zover is, dan doe ik mijn ogen dicht en adem ik in. In en uit. In en uit. Hij vraagt of het kan. Nee zeg ik. Nee, nog niet. Ik pers mijn ogen verder dicht. Want ik voel tranen opwellen.

Streng spreek ik mezelf toe. Stel je niet zo aan. Veel mensen moeten injecties. Er zijn altijd mensen die het erger hebben. Vergeet dat niet. Er gaan hele volksstammen dood. Er is oorlog. Niemand kan de gasrekening betalen. Kanker. Ongelukken. Zieke kinderen. Vermiste kinderen. En jij maakt je druk om een naald? Lucky you.

Resoluut zegt mijn man dat we het nu gaan doen. De traan ontsnapt aan de zijkant van mijn oog. Ik voel hoe het warme vocht over de zijkant van mijn wang naar beneden stroomt. Dan voel ik hoe zijn vingers die een plooi maken van mijn huid meer druk uitoefenen. Hij waarschuwt me dat hij nu gaat prikken. De prik valt mee. Maar het idee dat die naald in me zit en dat ik de vloeistof in mijn lichaam voel druppelen is het ergst. Ik hoor hem in de verte zeggen dat het nog tien seconden duurt. Hij telt af. Dat vind ik fijn. Als hij de naald uit mijn buik haalt, voel ik opluchting. Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd. Ik krul me op in bed in de foetushouding. Het duurt maar heel even of de misselijkheid overvalt me opnieuw. Morgen weer een dag. Je hoeft er maar ééntje tegelijk te doen. Het komt wel goed met je. Echt.