Uit het dagboek van een ploeterende student/ouder/werkende

Tik tok tik tok tik tok. De tijd glijdt als zand door mijn vingers. Vandaag neem ik je mee in de dag waarop ik me afvroeg waar ik in hemelsnaam mee bezig was. Je kunt overigens ook alleen de conclusie lezen.

Opstaan

Half zes is het, als het begin van de dag niet langer uitgesteld kan worden. Ik denk alleen maar: fuck, ik wil verder slapen. Met mijn ogen nog plakkerig van de slaap trek ik iets uit de kast waarvan ik denk dat het me wel past. Mijn dochter weet echter precies wat ze wil en zegt bij elk setje kleding: nietuh mooi mama. Nietuh leuk mama. Nieuw fenomeen. Modebewust. Bij het derde setje beslis ik dat ze het ermee moet doen. Beneden starten we de dag met het vullen van brood- en fruitbakjes. Ik zet mijn dochter aan tafel met haar boterham en probeer de tijd te nemen om rustig de dag te beginnen met haar. Als ik even in mijn gedachten afdwaal naar de dag die voor me ligt, dan mis ik dat ze haar hand in de chocopastapot heeft en onder luid gejoel zegt: ’wassen wassen harun wassen’ terwijl ze haar chocoladehanden door haar haren haalt. En het is nog maar kwart over zes…. Ik poets mijn kind, de tafel en mezelf. Ik stofzuig en ruim op. Want mijn schoonmaakster komt vandaag en dan is het heel belangrijk dat het al schoon en opgeruimd is. Stel je voor. Ik duw een was in de machine en vloek inwendig om de vaatwasser die ik niet heb aangezet. Mijn collega-student appt me: we gaan vandaag gezamenlijk les geven op mijn stageschool. Een laatste vraag. Ik gooi een zaag, krentenbollen en mijn Ipad in mijn tas en zoek verwoed naar mijn sleutels. Saar blokkeert semi-beledigd de deur, want met mama naar de kindjes lijkt haar wel wat. Als ik dan eindelijk die verdomde sleutels heb gevonden zegt mijn man: maar ik kan haar helemaal niet wegbrengen, want het onweert. De auto’s worden omgeruild i.v.m. het kinderstoeltje. Ik regen dweiltrochwiet als ik naar de auto loop. Ik ben mijn jas vergeten. Ik zie dat ik ook geen huissleutel bij me heb. Dus ik bel gauw aan. Waarop Saar besluit dat ze alsnog meegaat naar de kindjes. Meer dramatiek. Als ik dan eindelijk in de auto zit, krijg ik een berichtje van mijn schoonmaakster: ze komt niet omdat ze ziek is. Ik denk aan de bergen strijk. Ik denk aan de vloer die toch echt gedweild zou moeten worden, als ik niet wil dat mijn kind een infectie oploopt. Ik vraag me af wanneer ik in godsnaam ga poetsen.

De dag

In de auto neem ik voor mezelf de dag nog even door. Ken ik het lied, dat ik ga aanleren vandaag? Weet ik nog welke strategie er met rekenen gebruikt wordt voor het aftrekken over het tiental? En hoe zat het met sprongen van vijf? Welke kinderen heb ik straks aan de instructietafel? Hoe hebben J. en ik de taakverdeling ook al weer verdeeld? Oh fuck, ze gaat me filmen ook. Je denkt toch zeker niet dat ik dat ooit ga bekijken? Hoe ik zelf sta les te geven? Als ik op school aankom, regen ik opnieuw zeiknat. Ik pak thee, die ergens beland naast het kopieerapparaat. De kinderen stromen eerder binnen dan verwacht, omdat het zo hard regent. De juf en ik spreken kort de dag door. Waar was mijn thee ook alweer? Ik moet nog naar de wc, maar ik moet ook de Ipads/leesboeken/kopieerbladen/klei klaarzetten. De dag begint. Ik vertel wat we gaan doen en dat er vandaag drie juffen zijn. Vandaag voelt het als mijn klas en als mijn kinderen. Want ik heb zelf iemand om mee te kijken. En wat ben ik trots op mijn groep en wat ze laten zien. Als we het feest van de jarige gevierd hebben, pak ik opnieuw thee. Ik moet ook nog steeds naar de wc, laat ik het nu maar even doen. Om half 12 kijk ik naar het theeglas, waaruit ik nog geen slok heb genomen. J. en ik maken er een feestje van. Om 1 uur ruil ik de thee nog maar eens om voor een warme versie. Tussendoor zie ik een appje van mijn fysio met de vraag of ik morgen ook eerder kan komen. Het ziekenhuis heeft me gemaild. De opvang stuurt een foto van mijn dochter. Mijn man stuurt een bericht om me moed in te spreken. Een leerling maakt me er op attent dat er nog prijskaartjes aan mijn jack zitten. De dag vliegt voorbij. Wat een betrokken leerlingen. Wat heerlijk op met mijn studiemaatje te werken en elkaar eindelijk eens te kunnen observeren. Ik zeg de kinderen gedag en we bespreken anderhalf uur het onderwijsarrangement dat we ontworpen hebben en praten over wat er goed ging en over de dingen die we anders zouden kunnen doen. Reflectie op jezelf is het allergrootste cadeau dat je kunt krijgen in je leven.

Einde dag

Om half vijf rijd ik naar huis. Ik denk na over de dag. Over de fijne dingen. Ik twijfel of ik ooit goed genoeg ga kunnen zijn om alle processen en leerlingen tot hun recht te laten komen. Ik vraag me af wanneer het genoeg is. Ik denk aan mijn dochter. Tegen vijf uur kom ik aan bij de opvang. Aan haar ogen zie ik dat ze moe is. Ze struikelt over haar benen. Een erfelijk component, met dat verschil dat ik er altijd last van heb en zij alleen als ze moe is. Maar shit, ik ben vergeten om iets voor het eten te regelen. Wat heb ik nog in huis? Geen eieren, geen vlees en groente en aardappels ook al niet. Terwijl ik probeer om de spullen van mijn dochter bij elkaar te krijgen, rent ze op blote voeten naar buiten en stampt ze in de plassen. Ook dat nog. De mussen vallen van het dak van de hitte en ze wil perse haar muts op.

We parkeren in de stad om bij de bakker langs te gaan. Ik heb de wagen niet bij me en met een peuter die de wereld ontdekt ren ik me suf om te zorgen dat ze niet onder een auto of fiets komt of op het terras kruipt naar een hond die ze ziet. Na 50 meter besluit ik dat het genoeg is en til ik haar op. Tering, wanneer heeft ze zoveel vet op haar botten gekregen? Loeizwaar zo’n kind. Ik zet haar weer neer en spreek haar streng toe. Hand vasthouden. Niet de weg op. Ik faal in mijn instructies blijkbaar en til haar na opnieuw 50 meter weer op. Ik zie blikken van medelijden. Maar ik zie ook heel veel (glim)lachjes bij omstanders. In de winkel krijgt ze een broodje. Dat houdt haar even zoet. Tot ik moet afrekenen en ze ineens verdwenen is. Ergens achter de toonbank bij de koekjes. Ik pak haar vermanend op en zet haar naast me neer. Opnieuw probeer ik mijn pinpas tegen de betaalautomaat te halen als ze me ontglipt, nu de winkel uit. Verontschuldigend ren ik achter mijn kind aan, dat bijna in de gracht gevallen is. Weer terug om dat brood te betalen. Ik weet van de lijdensweg die me naar de auto te wachten staat. Regelmatig gaat ze op straat liggen. Ze gooit met haar broodje. Ik til haar op, maar ze worstelt zich los. Dezelfde mensen als op de heenweg lachen nu nog harder. Ik zeg: ja sorry, einde van de dag. Dezelfde hond. Dezelfde oma zittend op een rollator. De weg naar de auto lijkt dubbel zo lang als de heenweg. Regelmatig til ik haar op. Jeetje wat is het heet. Ik zie mensen kijken naar haar muts. Ik haal mijn schouders op en mompel: tja, eigen wil. Als ik in de auto zit en ik zie dat het inmiddels kwart over zes is, spreek ik mezelf toe. Geen wonder dat het lieve kind zo dwars is. Thuisgekomen zet ik haar aan tafel, we eten samen een broodje. Ik denk aan de moeders op het schoolplein die er altijd zo mooi en uitgerust uitzien. Ik denk aan de gestylde jurken en gelakte nagels. Ik zie de ontspannen gezichten voor me en vraag me af wat ik in hemelsnaam fout doe. Het broodje wordt door de kamer gesmeten. J. heeft me al drie keer gebeld. Mijn man is nog steeds niet thuis. Ik geef het op en geef mijn kind haar toetje. De fysio appt me of ik alsjeblieft aan wil geven of ik morgen ook eerder kan. Als mijn man thuis komt leggen we haar op bed, kwart over zeven. Zelfs het verhaaltje lezen schiet er bij in. Daarna warm ik voor hem een broodje op. Terwijl ik dat doe, ruim ik de vaatwasser uit terwijl hij op de vloer ligt om de grond te poetsen. Ik gooi wat reinigingsgebeuren in de wc en haal er heel gauw een doekje overheen. Ik smijt het speelgoed in een bak en pak de stofzuiger. Ik hang een was op, terwijl mijn man stofzuigt. Om acht uur ploffen we op de bank. J. appt me of ik ALSJEBLIEFT wil terugbellen. Ik denk dat er iets in brand staat. Ik bel haar terug. Geen brand. Om half negen laat ik het bad vollopen en reflecteer ik op de dag. Dit keer officieel en op papier.

Conclusie

Mensen zijn gek. Of beter nog: ik ben zelf gek. Nou ja, niet zo heel gek eigenlijk, want er werd me zes jaar geleden al gevraagd of ik dan geen ambities had, toen ik maar drie dagen werkte. En wat ik dan de andere dagen van de werkweek deed. Het antwoord: op mijn kont op de bank zitten was sociaal niet heel erg wenselijk. Mensen betalen honderden euro’s voor de opvang van kroost, om hun huis te laten poetsen en mensen klusjes te laten doen. Ze staan om half zes op en gaan om half 12 uitgeput naar bed. Ze betalen om te parkeren in de stad terwijl ze een overhaaste niet voedzame maaltijd halen bij de winkel. Ik besluit om het morgen beter te doen. Want dit is niet wat ik verdien. En dit is al helemaal niet wat Saar verdient. Drie van zulke dagen in een week. Maximaal. Fuck geld.

Einde bericht.

4 gedachten over “Uit het dagboek van een ploeterende student/ouder/werkende”

  1. Ohhh ik word al moe als ik dat allemaal lees! Zo herkenbaar ook…
    Bij oudste dochter liep alles stroef. Ze had een eigen willetje (lees: super koppig) en er was toen ook al een zusje van 1,8 maand jonger (een huilbaby!?). Ik liep jarenlang rond als een levende zombie en rende volledig gestresseerd 3 dagen per week van en naar mijn werk.
    Toen kind 3 een paar jaar later onderweg was (een zalige, rústige baby en nu nog steeds een rustig kind ?) beslisten we dat het zo niet verder kon en dat ik dan maar volledig zou thuisblijven.
    Wat een rust bracht dat!
    Nu, 7,5 jaar later ben ik nog steeds super blij met mijn beslissing. We hebben geen poetsvrouw of grote nieuwe auto maar wel elke dag met liefde bereide maaltijden en vooral: ik ben véél rustiger en daardoor zijn de kinderen ook minder gestresseerd.
    Veel succes nog! Ik kan nog steeds niet begrijpen hoe andere ouders dat allemaal volhouden.

    1. Gelukkig is niet elke dag zo. Wat heerlijk dat jullie samen een oplossing gevonden hebben die voor iedereen in jullie gezin werkt!

  2. We wish our weekdays away
    Spend our weekends in bed
    Drink ourselves stupid
    And work ourselves dead
    And all just because that’s what mom and dad said we should do

Reacties zijn gesloten.