Waarom ik blijkbaar wel creatief ben.

Een collegezaal met een inspirerende pedagoog die ik graag wil horen. Haar microfoon doet het niet. Er ritselt een blaadje, bij degene voor mij. Er wordt gelachen door twee mensen naast me. Ik zie in mijn ooghoeken een dame met opvallend blauw haar. Het licht is net iets te fel. Links in de zaal grinnikt er iemand. Mijn studiebuddy maakt een opmerking. Een rits van een tas gaat open ergens achter me. In mijn andere ooghoek zie ik een student die op z’n laptop bezig is met een presentatie. Ergens in de verte zit er iemand met zijn voet te tikken tegen een zijn bankje. Ik zie een spelfout in de grafische ramp die een presentatie moet voorstellen. Digitale vaardigheden mijn reet. Een blikje van het een of ander gaat open. Ik vraag me af of het cola is. Iemand achter me zit te kauwen op iets. Ik hoor de ademhaling van mezelf. Ik hoor de ademhaling van mijn buddy. Ik ruik kaneel. En ook een mandarijn. Ik vraag me af hoe ik dat nu precies morgen ga doen, met die kennismaking. En ik ben vergeten mijn eten uit de vriezer te halen. Niet vergeten straks mijn man een berichtje te doen. Mijn mentale filter is hartstikke stuk. Dit hoor/voel/zie/ruik ik allemaal tegelijk. Geen wonder dat ik knettergek word.

Op dit moment volg ik het leergebied Kunst IN cultuur. Grote vraag voor mij is wat kunst nou precies is. En cultuur. En waarom moet in dit leergebied dan kunst in cultuur zijn? Waarom is gewoon kunst en cultuur niet goed genoeg? Bij mij op de pabo zijn ze graag nogal vaag, dus voor ik dit mysterie heb ontrafeld ben ik waarschijnlijk al met pensioen. Nu zegt ook dat niet zoveel, want ik ga denk ik volgend jaar al met pensioen. Ik ben niet creatief. Dat wil zeggen: ik kan vrij weinig met mijn handen. Maar dát is dus niet de enige definitie van creatief zijn. Het is wel wat ze al zeiden toen ik 6 jaar was: nee, jij kunt niet tekenen. Jij kan niet beeldhouwen. Jij bent niet creatief. Het is maar net vanuit welk perspectief je kijkt. Kunst. Ik heb er niet zoveel mee. Althans, niet in de platte zin van het woord. Bij kunst denk je vaak aan musea en schilderijen enzo. Nu vind ik de meeste musea prachtig en heel interessant. Zo machtig mooi dat ik moeite moet doen om nergens aan te komen. Soms doe ik dat toch stiekem. Omdat ik onbedwingbaar nieuwsgierig ben. Omdat ik mijn impulsen moeilijk kan beheersen. Ik kan het vaak niet laten. Schilderijen raken me over het algemeen niet. En dat is precies waar kunst voor mij om draait: het gaat om de emotie die je voelt bij de kunstuiting. Muziek raakt me vaak hard en diep. Woorden. Allerlei verschillende vormen van beelden (behalve schilderijen).

Vanmorgen zag ik dit. En ja, dit is ook kunst.

Binnen een nanoseconde raakte dit me zo hard en diep. Het is een gevoel. Mijn hartslag gaat omhoog. Ik voel waar mijn hart zit. Ik heb een scherp gevoel op die plek. Het schuurt. Het doet een beetje pijn. Het voelt oncomfortabel. Als je kijkt zie je dat de kleur op mijn wangen iets anders wordt. Roder. Intenser. Als je in mijn ogen kijkt, dan zie je de twinkeling. Maar je ziet ook de ingehouden emotie.

Dit filmpje vergeet ik nooit meer. Zoals muziek me ook binnen een ogenblik kan brengen naar het gevoel dat ik er ooit bij had. Ik weet hoe moeilijk het is om te kijken (niet het filmpje, maar iemand in de ogen). Mijn mooie lach en sprankelende ogen verbergen mijn onzekerheid. Meestal maak ik indruk. En dan vergeten mensen te kijken. Maar iemand echt recht in de ogen aan durven kijken vraagt moed. Ogen zijn de poorten van de ziel. En dus raakte dit kunstwerk me. Omdat ik mezelf soms wegdraai en de ander niet meer durf te laten kijken. Omdat ik weet dat mijn ogen verraden hoe ik me voel.

P.S. Over die creativiteit of het gebrek er aan schrijf ik nog weleens……