Het moment bevriest

Koken. Wassen. Stofzuigen. Literatuur lezen. Verslagen schrijven. Presentaties maken. Douchen. Koken. Opruimen. Lessen voorbereiden. Poetsen. Stage lopen. Dweilen. Vergaderen. Badderen. Schoenen poetsen. Portfolio afronden. Kwijl opruimen. Op een blokje gaan staan. Boterhammen smeren. Bed verschonen. Torens bouwen. Ramen zemen. Melk maken. Luiers verschonen. Troosten. Vallen. Opstaan.

In de drukte van alledag vergeet ik weleens in het moment te zijn.

Maar jij… Soms zorg je er voor dat ik bevries. Samen bevriezen we. Je ogen als twee sterretjes zo helder en stralend. Ik geef een kus op je bolletje. Ik adem je. Ik adem je. Ik adem je. Je geur. Je kriebelende kleine blonde haartjes zijn zacht. Je handje grijpt. Je vingers zo klein. En toch zo groot. Ze grijpen mijn borst. Je zachte huid tegen de mijne. Je adem. Het enige hoorbare is je zachte ademhaling. Oorverdovende stilte. Rust. De rust die we allebei niet hebben. Bevroren in het moment. Je wimpers groot en zwart. Een klein luchtbelletje op je lippen. Een vlekje op je hoofd. Warm, je bent zo warm. Je hoofd tegen mij aan. Ontspannen. Zelden ontspan je. Alleen als we bevroren zijn. Bevroren in het kostbare moment. Momenten van goud. Ik adem je. Ik adem je, lieve Saar.

Ik leg mijn hoofd neer terwijl ik je adem. Perfectie bestaat.