#9 Fertiliteitstraject: au!

Het was bedrijvig hier, afgelopen maandag. Manlief vertrok om half 8 naar het ziekenhuis. Toen hij om negen uur terug kwam, stapte ik in de auto. De vaste rituelen ken je nu een beetje. Mijn tics, mijn gedachten en gevoelens.

Eerst moet ik naar dat pokkekamertje dat ze op de één of andere manier aan de andere kant van het ziekenhuis weggestopt hebben. Ver weg van het lab of de poli. Ik snap daar niets van. Maar vooruit. Dan neem ik een envelop met kostbare inhoud in ontvangst. Anderhalfmiljoen van de allerbeste kwaliteit. Geen slechte score. Ook geen hele goede. Maar in theorie ruim voldoende voor een potentiële bevruchting. Terug naar de poli. Dat hele pestpokke-eind terug. Plaatsnemen in de wachtkamer met zo’n envelop voelt weer voor even heel ongemakkelijk.

Mijn vaste verpleegkundige blijkt naar een andere kliniek te zijn vertrokken. Chips. Het nieuwe exemplaar ziet er uit als een kenau en is duidelijk nog niet bekend met de rituelen op de poli. Daarom is het extra fijn dat ze een klein, vast team hebben. Ze kennen de werkwijzes op hun duimpje en ze kennen hun patiënten. Maar vandaag een nieuw gezicht dus. Ik krijg een opgetrokken wenkbrauw met de vraag waarom ik alleen ben. Ja mevrouw. Ik had het ook graag anders gezien. Maar iemand moet het geld verdienen. En ik ben dat niet momenteel. Niet iedereen heeft tijd om 3x per week naar het ziekenhuis te gaan. Enfin, dat laatste slik ik in. Hierna volgt een technische verhandeling waarbij gegevens gedubbelcheckt worden, over kwaliteit gesproken wordt en de waslijst aan medicatie doorgenomen wordt.

Binnen 10 seconden ben ik er klaar voor en lig ik in de stoel. Toch een beetje onwennig. Ik voel me gek genoeg vrij alleen, alhoewel ik dit vaker (alleen) gedaan heb. Het gevoel overvalt me een beetje. Zonder vertrouwde gezichten om me heen en de vriendelijkheid die ik gewend ben, is het een kil proces. De details van de ingreep ga ik niet vertellen. Te persoonlijk en ik denk ook dat niemand er op zit te wachten om te lezen welke handelingen ze nou precies uitvoeren. Wat ik wel kan vertellen is dat het helemaal mis ging. Of het kwam door een gebrek aan routine of mijn bijzondere lichaam? Ik denk een combinatie van beide. Ik heb heel veel pijn gehad. Er moest een andere verpleegkundige bijkomen en uiteindelijk ook de arts om het te fixen. Een beetje gedesoriënteerd ging ik naar huis. Thuis kroop ik op de bank met een kruik. Ik verga van de pijn. En de dag erna nog.

Nu zijn de moeilijkste weken aangekomen. Weer andere medicatie, om te zorgen dat eventuele bevruchte eicellen zich kunnen innestelen. Het abrupt stoppen met mijn slaapmedicatie. Maar vooral, het oneindige wachten. Ik ben beducht op elk signaal dat mijn lichaam geeft. Heb ik hoofdpijn? Dan ben ik bang dat het mislukt is en een snelle menstruatie zal volgen (is regelmatig gebeurd). Heb ik buikpijn? Is dat een teken dat er iets gebeurt in mijn buik? Of is het een teken dat er iets afbreekt, namelijk al mijn slijmvliezen? Elke keer dat ik naar het toilet ga, ben ik als de dood om bloed te zien. Als ik overvallen word door een gevoel van misselijkheid, dan hoop ik tegen beter weten in (want dit kan nog niet) dat het van een zwangerschap komt. Zijn mijn borsten gevoelig? Of beeld ik dat mezelf nu in? Ah, mijn grote teen doet pijn. Ik google gauw op ‘grote teen zwangerschap’. Helaas, geen symptoom van een klompje cellen dat zich aan het delen is in mijn lichaam. Mijn haar ziet er ook opvallend licht uit. Hoe zit het met haar en zwangerschap eigenlijk? En toen mijn geheugen drastisch achteruitging (waarschijnlijk door een combinatie van studie, dit traject en andere zorgen), merkte manlief fijntjes op: zwangerschapsdementie krijg je pas als je zwánger bent hoor. We konden er samen wel om lachen. In de hoogtijdagen van mijn zwangerschap heb ik ongeveer 38 keer gevraagd of hij de appelboom al gesnoeid had. En ik kon me in de meeste gevallen niet herinneren of ik nou mijn haar gewassen had terwijl ik aan het douchen was. Verder durf ik momenteel niet in bad. Ik durf niet op de crosstrainer. Ik eet als een heilige. Als Saar op mijn buik neerploft alsof het een trampoline is, word ik boos. Daar zit misschien een babybroertje of zusje in, pas op zeg! Het kind herhaalt “sitte babybjoetje in’. Goed mevrouwFF. Let op je woorden. Want dit kind bazuint straks rond dat er een kind in mijn buik groeit. Een jongetje ook nog.

Twee weken wachten. Twee verdomd lange weken. Mijn huis zal nog nooit zo schoon zijn geweest en ik weet zeker dat ik nog nooit zoveel studiepunten in twee weken binnen geharkt zal hebben. Dag voor dag. Adem in, adem uit. Vertrouw op je lichaam. Het komt goed. Linksom of rechtsom. Kijk naar Saar. Zij is er. Voor altijd.