#10 Fertiliteitstraject: wachten

Als ik de tijd neem om stil te staan, dan lach ik hardop. Het voelt op heel veel momenten surrealistisch. Alsof ik een film kijk die ik al zo vaak heb gezien. Alsof ik opgesloten zit in één van mijn dromen. Maar nee, het is de werkelijkheid.

Wie denkt dat de soms pijnlijke behandelingen, de injecties, de tientallen ziekenhuisbezoeken of de hormonen het zwaarst zijn van dit traject, die heeft het mis. Elk hiervoor genoemde onderdeel is geen pretje. Maar het allermoeilijkst zijn de twee weken die je moet wachten na de behandeling en het doen van die ene test. In deze weken kun je niets. Heel stroperig druppelen de seconden door de zandloper. In de 1.209.600 seconden die je moet wachten heb je geen invloed meer op wat er gebeurt. In de periode ervoor heb je in elk geval nog de illusie dat je het proces beïnvloed.

Midden in de nacht schrik ik wakker van heftige steken in mijn buik. Met slaperige ogen en mijn haren in de war loop ik naar beneden om een kruik te maken. De steken zijn overgegaan in kramp. Ik hoef niet te googelen wat dit betekent. Zelfs halfslaperig heb ik de berekening al gemaakt. Dag 7. Rond dag 7 vindt de innesteling plaats. In het verleden werd ik meestal ongesteld tussen dag 8 en dag 14. Het kan dus twee dingen betekenen: ofwel ik ben zwanger en heb last van de innesteling ofwel ik heb kramp omdat mijn menstruatie eraan komt.

Als ik de volgende dag wakker ben, word ik geteisterd door kloppende hoofdpijn. De buikpijn is nog niet weg. De combinatie van deze klachten baart me zorgen. In de loop van de dag overvalt een gevoel van misselijkheid me. En ik ben duizelig, ik sta te tollen op mijn benen. Het is één grote mindfuck. Ik ben hypergefocust op wat mijn lichaam me probeert te vertellen. Als ik onder de douche sta maak ik het water zo warm dat ik het bijna niet meer kan verdragen. Ik doe de infrarood aan. Nog warmer. Mijn duizeligheid wordt erger door de verzengende hitte. Ik zak door mijn knieën en mijn tranen mengen zich met het douchewater. Hoe lang ik daar zo zit weet ik niet. Ruw word ik uit mijn trance getrokken door mijn alarm dat vertelt dat ik moet opschieten voor mijn afspraak.

Terwijl ik in de auto stap gaat de knop om. Lach. Niemand mag zien dat je verdriet hebt. Je bent sterk genoeg. Lach. Je kan dat. Lach. Dit is van mij. Van ons. Lach. Niemand hoeft te zien dat je pijn hebt. Lach. Zorg dat je straalt. Ik knijp mijn ogen heel hard dicht om te voorkomen dat het weer gebeurt. Ze weten uit te breken. Eentje valt in een grote druppel op mijn been. Lach. Verdomme lach. Zelfs zoiets simpels kun je laten mislukken.