Wanderlust in Nederland

Al ver voordat ik deze term kende, had ik er last van. Als kind was ik nieuwsgierig en ik heb een enorme drang om te ontdekken. Vroeger gingen wij nooit op reis. Tot mijn grote teleurstelling. Ik kan het mijn werkende alleenstaande moeder van drie niet kwalijk nemen, nu ik stressvol de spullen inpak voor onze vakantie.

Zodra ik kon ging ik op reis. Ook alleen. Nou ja, niet helemaal. Want ik boekte bij zo’n organisatie voor singles. Ik doe het meestal wel een beetje anders dan anderen. Ik hou niet van kamperen. Je hoeft ook nooit te zeggen: hey backpack, waar ga je met dat meisje heen? Meestal huur ik een auto en maak ik zo veel mogelijk kilometers, maar ik zoek dan wel graag de meest idyllische plekjes uit om te overnachten.

Ik heb rondgereisd door Nieuw-Zeeland, de Peloponnesos, Ierland, Indonesië en Kroatië. Ik bezocht steden als Athene, Wenen, Istanboel, Singapore, Tallinn, Riga, Efeze, Venetië en Praag.

In Nieuw-Zeeland kwam ik (bijna) helemaal los van het leven. Twee maanden lang trokken we door het uitgestrekte land. Tien jaar later is het niet meer voor te stellen. We hadden geen prepaid of abonnement voor in het buitenland. De telefoon ging één keer per week aan om berichtjes te laden. Op een vaag draagbaar laptopje schreef ik blogs, die ik uploadde zodra we weer een keer wifi hadden. Ik had geen werk me me druk over te maken, geen verantwoordelijkheidsgevoel over een kind en de wereld lag aan mijn voeten. Uren en uren bracht ik door in de natuur. Ik liet me opslokken door reuzebomen, meevoeren de gletsjer op, ik liep langs ravijnen en zwom in de oceaan. Ik daalde af in het donker naar plekken die zo puur waren dat ik mezelf moest knijpen. Ik sprong uit het vliegtuig en voelde me vrij. Ik rende over het zand. Ik stond op een actieve vulkaan die later 23 levens eiste. Ik lag in het gras en sprong 12 meter de canyon in. Meerdere keren hees ik mezelf in een afschuwelijke wetsuit om vervolgens meer dan 8 uren lang één met de natuur te zijn. Wilde dolfijnen zwommen om me heen. Ik mocht ze niet aanraken. Maar ze raakten mij aan.

Oh ja. En ik vergat te tanken bij het enige tankstation in een straal van 150 kilometer. Ik scheurde mijn trommelvlies. Ik streelde per ongeluk tien minuten lang een vreemde man. Ik zwom naakt in door geisers opgewarmd water. Ik scheurde met de huurauto over een expliciet door de verhuurmaatschappij verboden weg en toen ik daar reed snapte ik waarom. Ik moest 2 uren terug rijden, omdat ik mijn complete bagage vergat mee te nemen.

Ik ervaarde een enorm gevoel van vrijheid. Op al mijn reizen, elk reis op zijn eigen manier. Maar ergens nam het leven mij terug. Elke keer kwam ik een stukje minder los. Misschien omdat ik andere verantwoordelijkheden kreeg. Misschien omdat we meer en meer leven in een 24-uurs maatschappij, waarbij alles onder één knop is. Misschien omdat ik niet letterlijk aan de andere kant van de wereld was in een uitgestrekte wereld. Misschien omdat het leven gewoon zo loopt.

En dan denk ik aan die keer dat ik ruim 100 meter de afgrond in abseilde voor een Lost World Adventure van ruim acht uur. Ik zat op een rotsblok en mijn voeten bungelden in het water. Ik at een sandwich en ik weet nog precies hoe het smaakte. Er zat rauwkost op, een vage vorm van vlees en kaas die geen kaas mag heten. Daarbij dronk ik lauwwarme ranja met heel veel suiker. Want die energie-inname was verplicht. Terwijl mijn tenen rondjes draaiden in het water en ik werd omringd door rotsformaties zwom daar een paling langs mijn voeten heen. Er ging een tinteling door me heen, omdat ik het voelde kriebelen. En nog een keer. Mijn buddy, donker halflang haar in een knotje, totaal niet mijn type, maar vreselijk vriendelijk glimlach. He likes you, zei hij. En hij knielde in het kraakheldere water bij me neer. Hij pakte mijn handen vast en hield ze in het water. Voorzichtig maakte hij van mijn handen een kommetje. Het dier zwom in het kommetje en voor heel even waren we verbonden. Ik hield hem vast en hij bleef bij me. Haast automatisch wilde ik mijn handen dichtknijpen, om de vis bij me te houden. Als in een instinct. Want dat is wat we doen, als we van iets houden. Krampachtig vasthouden omdat je bang bent te verliezen. De tijd stond even stil terwijl we zo verbonden waren met elkaar. En daarna gleed hij heel langzaam uit mijn handen, zijn vrijheid tegemoet.

Mijn leven is veranderd. Mijn wanderlust ook. In een ander leven zou ik misschien de wereld ontdekken en daarbij mezelf verliezen in één of andere vage jungle, doodgaan door één of ander onbenullig beest of struikelen en verdrinken in een laagje water van 3 centimeter. Maar in dit leven ben ik moeder van een tweejarig meisje in de consumptiemaatschappij waarbij we vooral continue feed op onze devices consumeren.

Morgen ga ik weer op reis. Wanderlust in Nederland. Te beginnen bij de Aquadome in Center Parcs Zeewolde. Het komt in de buurt van magische momenten in Nieuw-Zeeland, want wat is er nou magischer dan de lach op het gezicht van je kind?