Lieve Saar – 25 maanden

Ouderschap. Moederschap. Saar was 5 dagen oud toen mijn moeder zei: ‘je zult nog wat beleven met haar’.

Die blonde piephaartjes. Die grote blauwe kijkers. De alertheid waarmee ze haar omgeving in zich opnam. De kracht waarmee ze zich verzette als ze horizontaal gelegd werd -want de wereld was te interessant om je ogen te sluiten. Vechtend, tegen alles wat haar belemmerde om te ontdekken. Mijn moeder zag een kopie van een ander kind. Een baby die ze ooit zelf in haar armen gehad heeft. Die niets wilde missen van de wereld om haar heen. Die woorden, die fluisterde ze in mijn oor toen ik haar afgelopen week wanhopig belde. Ik zei je dat je wat mee zou maken met haar. Bereid je maar voor. En zij kon het weten. Zij wist het. Ze weet het. Ze begrijpt. En ik heb me nog nooit zo verbonden gevoeld met mijn moeder. Verbonden door angst en wanhoop.

Lieve Saar, het spijt me zo ontzettend dat ik het soms niet weet. Het maakt me heel erg verdrietig als ik je na een hele dag eindelijk overgeef in de handen van je papa en me opgelucht voel. Dat ik dan zeg: gaan jullie alsjeblieft in bad en geef me 30 minuten om rustig te worden. Het spijt me dat het me als moeder soms teveel is. De spiegel. De worsteling met de wereld. Het onvermogen om datgene wat je blijkbaar voelt om te zetten in woorden. De kracht om nooit op te geven. Het ongelofelijk sterke karakter. Het spijt me dat mijn lontje korter is dan ik zou willen. Het spijt me ook heel erg dat ik je niet alle 24 uur die in een dag zitten kan geven wat je nodig hebt. Het maakt dat ik me heel erg incapabel voel als moeder. Want liefde en roze wolken voor alle prinsen en prinsessen op de wereld. Moeders (of vaders) die worstelen zijn uit den boze. Dankbaar zult ge zijn. Terwijl je getrapt en geslagen wordt. Je eten tot aan het plafond zit. Je keer op keer bedjes staat te verschonen. Je omvalt van de slaap. Je niet kunt kakken zonder toeschouwers. Je spullen gesloopt worden. Nou dat spijt me dus allemaal. Dat ik dan niet de vrolijke blije insta-mom ben die er in de speeltuin uitziet alsof ze jong, fit, gelukkig en stralend zijn. Hijgend en puffend ren ik achter je aan en ik ben blij als ik met mijn dikke kont 3 seconde op een bankje mag zitten terwijl ik naar gelukzalige moeders kijk die op een kleedje kirren met hun kind. Diezelfde moeders accepteren dat hun kinderen andere kinderen trappen en wegduwen van de glijbaan. Die niet ingrijpen als hun kind andere kinderen aan de kant duwt. Die een knuffel afpakken die niet van hun is. En dan ben ik trots. Een beetje op mezelf maar vooral op haar. Zij -zij van twee jaar en 1 maand- gaat keurig in de rij staan. Ze bijt op haar lip omdat ze ook zo graag wil. Maar ze weet dat ze moet wachten. Het gaat heus weleens mis. Dan duwt ze een kindje of dringt ze voor. Maar we oefenen heel vaak en zelfs een kind van twee kan dus na veel oefenen onder de knie krijgen dat je moet wachten op je beurt. En het ging ZEKER niet zonder moeite. Gisteren nog heb ik je in de bibliotheek (Saar: biebieuhteek) onder mijn arm genomen toen je de voorstelling verstoorde. Na twee duidelijke waarschuwingen waarbij ik je uitlegde wat we zouden doen als ik dit gedrag weer zou zien. Je krijste en gilde en verdedigde je met hand en tand. Het is niet ieders opvoedstijl. Ik zie er niet jong, fit en slank uit. Maar ik doe in elk geval mijn best om je basisregels te leren van hoe je met elkaar en de wereld omgaat.

Oké lieverd. Nou dan ga ik nu nog iets schrijven over je ontwikkeling. Ik sta elke keer weer verbaasd van je vermogen om onderzoekend te leren. Als je een probleem tegenkomt (casus: fles melk die je niet mocht omdat je ermee gooide en die ik op het aanrecht gezet had) dan zoek je net zo lang tot je een oplossing gevonden hebt. In deze casus pakte je een krukje. Maar, je armen waren nog steeds niet lang genoeg. Eigenlijk mocht je die melk niet, maar ik vond het reuze interessant om te zien wat je deed en dus hield ik me afzijdig en observeerde ik je. Je keek om je heen en nam alles in je op. Je besloot een ánder krukje te pakken. Een hogere. Nog steeds kwam je wat te kort, dit keer maar een centimeter of wat. En toen jongens. Ja echt waar. Toen pakte je een POLLEPEL om ‘m binnen te hengelen. Jezus mina. Een krukje vervangen door een hoger exemplaar én een attribuut pakken om je eigen lengte te maximaliseren. Dit is intelligentie van de hogere orde hoor. Je was ook nog zo slim om stilletjes in een hoekje dat flesje op te drinken. Want het was een verboden flesje.

En waar je eerst vooral Saar/mama/papa/oma/opa gebruikte om aan te duiden wiens ‘eigendom’ iets was, ben je blijkbaar ergens overgegaan op aanwijzende voornaamwoorden. Die is van Saar is vervangen door die is van mij. Dat is mama knuf is vervangen door dat is jouw knuf.

Cool ja. We komen er samen wel uit he? Jij en ik. Ben je soms ook zo wanhopig met mij als moeder? Wat denk je: als je door mijn haren gaat en zegt: lieve mama? Ik hou van jou ja. Nooit vergeten.

1 gedachte over “Lieve Saar – 25 maanden”

  1. Oh die wanhoop en frustratie en schuldgevoelens als ouder zijn zo herkenbaar! VOlgens mij heel gewoon, maar dat maakt het niet minder lastig.

Reacties zijn gesloten.