Lieve Saar – 14 maanden

Elke dag krijg ik op mijn telefoon een selectie foto’s te zien die ik eerder gemaakt heb. Alleen jij komt voorbij. Duizenden foto’s heb ik inmiddels van je verzameld. Als ik dan zo’n foto open, zie ik hoe klein en schattig je was. Niet dat je dat nu niet meer bent. Maar ik zie een baby. Het voelt als gisteren. Tot ik naar de datum kijk waarop de foto gemaakt is. Soms dan schrik ik. Het is zo lang én kort geleden. Dat kan niet he? Lang en kort tegelijk. De tijd vliegt voorbij. De tijd gaat zo hard voorbij. De tijd glipt door mijn vingers als zandkorrels waar je geen grip op krijgt. Als ik me omdraai, dan sta je. Letterlijk. Ik had een borrelplank neergezet met lekkere hapjes en ik draaide me om om de bijbehorende drankjes te pakken. En, daar stond je. Je beentjes wiebelden. Je handjes hadden de kaas te pakken. Ik heb naar je staan kijken. Een hele tijd. Je beentjes trilden. Je voetjes konden je bijna niet dragen. Dat is ook helemaal niet gek na 13 maanden dwangbuis in de vorm van een spreidbroek. Je stond 10 hele minuten aan tafel. Toen je lichaam haast niet meer kon, wilde je nog niet rusten. Eten ja, daar doe ik ook een moord voor. Dus ik snap het, kind. Toen ik je wilde helpen om te gaan zitten werd je boos. Je wilde helemaal niet zitten. Staan, dat is als de nieuwste gadget. Jouw vastberadenheid om je doel te bereiken is bewonderingswaardig. De dag erna had je geen tafel meer nodig om je aan op te trekken: je ging gewoon staan. Lieve Saar, alsjeblieft. Doe nog even rustig aan. Je gaat zo snel. Als je veertien maanden oud bent, is het misschien een goed idee om nog even te genieten van het dreumes-zijn? Gewoon lekker je flesje melk bij mama op te drinken, in plaats van te stunten op de bank? Zo’n lekker dutje doen? Als je later groot bent kun je niet altijd meer slapen wanneer je daar zin in hebt.

Ik moet trouwens hoognodig ook een stukje schrijven over opvoeding. Want dat opvoeden, dat is begonnen. Pfoe he, wat een klus. Ik weet helemaal niet hoe dat moet: opvoeden. Ik weet dat je me test. En houden van is ook grenzen stellen. Dat is verdomde lastig, lieverd. Mama hoopt trouwens dat je dit pas leest als ik dood ben en je minimaal een jaar of 18 bent. Soms gebruik ik lelijke woorden. Dat mag ook niet meer, want je bent net een kleine papagaai. En sowieso is het niet goed voor die kleine oortjes van je.

Nog even wat hoogtepunten op een rijtje:

  • Je lust taart, bierkaas met fenergiek en worst. Liever geen avondeten. Dat is echt te goor voor woorden, mama.
  • Toen ik je jas aan deed, ging je mijn schoen halen. Toen ik je vroeg of je ook mijn andere schoen aan wilde geven ging je ‘m ophalen. Oh wow. Je snapt meer dan ik denk. Trouwens, wel even oppassen als je je schoenen aandoet; meestal zit er duplo of iets te eten in.
  • Je nieuwste woorden zijn apa (opa), die (voor alles wat je wil hebben) en kikker, wat klinkt als kikkaaah.
  • Je staat dus. Als we je vasthouden stap je ook al.
  • Je kunt op een afschuwelijke zebra met afschuwelijke non-stop oerwoudgeluiden de hele kamer doorsjeezen terwijl je mini-teentjes net bij de grond kunnen. De eerste dag kwam je een millimeter per keer vooruit. Nu lijk je Max Verstappen die van P20 naar P2 rijdt.
  • De bank is een klimtoestel geworden. Waarbij je moeder het leukste te overwinnen obstakel is.
  • Je danst en zingt heel erg graag. Voor beide vaardigheden heb ik geen talent, jij wat meer zo te zien. Je ritmegevoel is prima en ik hoop dat je heupen losser zijn dan die van mij. Als je dan op je 88e voor de eerste keer mag stappen van mij, kun je hopelijk betere dansmoves dan ik op mijn eerste stapavond.
  • Normale kinderen krijgen eerst twee voortanden onder en dan twee voortanden boven. Jij doet net als ik graag alles een beetje anders. Naast twee voortanden onder, heb je nu twee snijtanden boven en ontbreken je bovenste voortanden nog. Je lijkt nu op Dracula. Zeker als je je hoofd in je nek gooit en giert van het lachen.
  • Je hebt zo’n stapeltoren waarbij je de ringen om zo’n paal moet doen. Het liefst in de juiste volgorde. Dat kun je dus. In de goede volgorde. En dan haal je ze er weer af en doe je het opnieuw. Als je ziet dat je de niet opvolgende ring gekozen hebt, haal je ‘m er weer af en probeer je de volgende. Ik vind dat knap. Misschien kunnen kinderen dat normaal al met 9 maanden. I don’t know. Maar jij bent sowieso de knapste.

Dat opvoeden. Daar schrijf ik nog wel een keer over. Als ik weet hoe het moet.