Doe ik NU wat wil en waar ik gelukkig van word?

Terug in de tijd

Al toen ik heel jong was had ik het bizarre droomscenario om accountant te worden. Mijn pakketkeuze op de middelbare school werd er door bepaald. Al tijdens mijn examenjaar solliciteerde ik met succes naar een duale functie bij een groot accountantskantoor. Ik kwam er achter dat ik het afschuwelijk vond. En ik kan je ook precies uitleggen waarom ik dat vond. Ik stopte met mijn studie én baan. Uit tactisch oogpunt koos ik voor een privéopleiding bij Schoevers. Ik dacht dat met mijn cijfermatige achtergrond secretariële skills goed van pas zouden komen. En daar kreeg ik gelijk in. In een tijd van werkloosheid vond ik een nieuwe baan die op veel manieren perfect bij me paste. Daar ontwikkelde ik mezelf op heel veel gebieden. Ik kreeg en nam de verantwoordelijkheden die me gegeven werden. En toen ontmoette ik de liefde van mijn leven en verhuisde ik 250 kilometer omhoog naar het Hele Hoge Noorden. Na vijf jaar nam ik met veel pijn in mijn hart afscheid van deze baan.

Lang zat ik niet zonder werk. Ik had verschillende functies, kwam ik via-via op steeds leukere plekken. Tot ik dacht dat ik opnieuw een fijne baan gevonden heb. Lang was dat ook zo. Het was perfect. Opnieuw kwam ik een functie die nieuw was voor het bedrijf. Het wiel moest -een soort van- opnieuw uitgevonden worden. Dat deden we samen. Dat was leuk. Dat ik weer vertrouwen kreeg. En dat het me lukte om de verwachtingen waar te maken. Toch waren de omstandigheden alles behalve perfect.

Fast forward

Er brak een periode aan waarin ik getreiterd werd op mijn werk. Dit eiste z’n tol, zowel lichamelijk als geestelijk. Gelukkig kende ik het FIRE-principe al jaren en had ik zorgvuldig gebouwd aan mijn financiële leven. En dus zei ik: FUCK YOU. Niet letterlijk. Maar het kwam er wel ongeveer op neer. Ik ging studeren en raakte onverwacht alsnog heel gewenst zwanger. Die nieuwe studie was mijn andere langgekoesterde wens. Leerkracht worden. Net zoals mijn moeder. En dat was precies de reden waarom ik het niet deed. Nu ik 30 ben en een soort van losgeweekt van de tentakels van mijn ouders, was het toch tijd om die droom achterna te jagen.

Is dit het nu?

Die studie. Dat is nogal een worsteling. Misschien vooral omdat ik mezelf tegenkom. Maar misschien ook wel omdat het EUREKA-moment totaal ontbreekt. Ik had een soort van hoop dat dit het dan zou zijn. Dat wat me gelukkig zou maken. Dat ik mezelf meeneem naar welke plek op aarde, dat snap ik natuurlijk ook wel. En dat mijn worstelingen in het leven me overal zullen achtervolgen ook. Maar er is een groot verschil tussen iets weten en voelen.

Ik moet minimaal vier POP-documenten maken per studiejaar (Persoonlijk OntwikkelingsPlan). Het is me gelukt om dat tot nu toe niet te doen. Natuurlijk heb je daar alleen jezelf mee. Ik ben nogal tegendraads. Maar, ik heb voor het eerst een mentor die door mijn praatjes heen kijkt. Vrij onverwacht hadden we een goed gesprek, waarin ik aangaf dat ik niet wist of dit was wat ik wilde. Hij dacht een beetje naïef dat ik het had over het invullen van mijn POP. Maar de vraag was groter. Voor het eerst sprak ik het hardop uit: ik weet niet of dit is wat ik wil. Waarop hij me vroeg: weet je niet of je leerkracht wilt worden? We hadden een goed gesprek. En hij hield me een spiegel voor, waarin hij me opdroeg om dat verdomde plan nu toch in te vullen.

Ik vulde het in en richtte me niet op vakdidactische of pedagogische doelen. Ik formuleerde mijn enige en centrale vraag: Wil ik leerkracht worden?
Ik dacht na over hoe ik tot het antwoord zou kunnen komen. Ik ging, voor mijn doen, heel serieus aan de slag met het plan. Ik maakte het op een doorwaakte nacht om een uur of vijf af en stuurde het naar mijn mentor. Dat was wel een jaar of 1,5 te laat. En sowieso een week of 2 na zijn gestelde deadline. Diezelfde dag kreeg ik bericht dat de laatste opdracht voor de propedeuse afgerond was. Dat bericht kwam voor mij alsnog vrij onverwacht. En ik kreeg óók een reactie van mijn mentor.

Bouw zogenaamde ‘ijkmomentjes’ in de stage: je hoeft er geen alarm voor te zetten maar prik enkele momenten per stagedag waarbij je naar jezelf kijkt: doe ik NU wat ik wil en waar ik gelukkig van word? 

Conclusie

Nu heb ik dus mijn propedeuse. De afronding is nog een formaliteit. En nu moet ik toch serieus naar mezelf gaan kijken. En de vraag die nu centraal staat is eigenlijk een luxe vraag. Ik mag nadenken over of dit is wat ik wil. Niet iedereen heeft die luxe. Iedereen verdient om dat te doen waar hij of zij gelukkig van wordt. Het wordt alleen vrij problematisch als je niet weet waar je gelukkig van wordt, zoals ik. Mijn uitdaging.

2 gedachten over “Doe ik NU wat wil en waar ik gelukkig van word?”

Reacties zijn gesloten.