Als jij later groot bent

We liepen net samen door het bos. Jouw handje eigenwijs over de rand. Ze werden zo koud. Maar hoe vaak ik je ook instop, je blijft hem over de rand vouwen. Mijn gedachten dwaalden alle kanten op. En ik wil je wat vertellen. Ik hoop dat je het later leest. Of beter nog, dat we het samen lezen en er om kunnen lachen.

Als jij later groot bent, dan vertel ik jou:

  • Dat we heel lang hebben gewenst dat je zou komen. Vier hele lange jaren. Dat mama wel 100 keer naar het ziekenhuis is geweest en dat papa aan mama wel 1000 prikjes heeft gegeven. Omdat mama het niet durfde. Dat mama krijste dat ze niet wilde en dat ze het niet meer kon als we wisten dat mijn buik nog steeds leeg was.
  • Over de oma (papa’s moeder) waarnaar je vernoemd bent en die je nooit zult leren kennen.
  • Die keer dat papa mama moest ophijsen, omdat ze gevallen was en met haar dikke buik niet meer kon opstaan.
  • Dat je in coronatijd bent geboren en hoe vreemd dat was.
  • Dat mama kotsend boven je eerste poepluier stond. En dat papa daar vreselijk om moest lachen.
  • Over alle keren dat je in je jonge leven al in het ziekenhuis bent geweest en daar ook hebt geslapen.
  • Dat mama nog in de kreukels lag van de bevalling, maar alleen met jou naar de dokter moest. De kinderwagen kreeg ik niet in elkaar. Want dat had ik nog niet geoefend. Maar daar was mijn reddende engel. En meneer die mij zag huilen en hielp om jou en de wagen in de auto te krijgen.
  • Ik vertel je over je eerste lach.
  • Ik vertel je over je grote kenmerkende blauwe ogen die iedereen zo bijzonder vindt.
  • Hoe dapper je bent.
  • Wat voor vechtersbaas jij bent. Al vanaf je start liet je merken dat we ons geen zorgen over je hoefden te maken. In recordtempo versloeg je de couveuse-afdeling.
  • Dat we soms 3x per dag nieuwe kleertjes uitzoeken, omdat het niet meer schoon is.
  • Hoe lief je op je handje kan sabbelen.

Als jij later groot bent, wil ik ook sorry zeggen.

  • Het spijt me voor alle keren dat we je moesten fixeren voor nare onderzoeken en prikken.
  • Het spijt me vooral voor die ene keer, dat je hulpeloos met je verdrietige blauwe ogen naar me keek en de tranen over je wangen stroomden en je vuistjes gebald waren. De medicijnen die ik met dwang in je stopte, had je echt heel hard nodig.
  • Het spijt me voor de keren dat ik zuchtte als ik je speen voor de 15e keer die nacht in je mondje moest stoppen. Jij kon niet slapen, omdat je je niet kon reguleren. Ik zuchtte. Dat spijt me.
  • Het spijt me ook voor die ene keer, dat ik papa huilend opbelde dat hij NU naar huis moest komen. Dat ik je anders in de kliko zou stoppen. Dat zou ik nooit doen natuurlijk. Maar ik kon je niet troosten en je gilde al uren achter elkaar.
  • Het spijt me dat de dokters mama niet geloofden, toen ik zei dat je pijn had. Vijf weken heb je pijn in je buikje gehad. Je gilde. Maar niemand geloofde mama. Ik had nog harder moeten vechten.
  • Het spijt me voor alle keren dat ik met je meehuilde, omdat ik het ook niet meer wist.
  • Het spijt me dat ik je bij de gastouder achterliet. Het deed zo’n pijn om je voor het eerst in de steek te moeten laten.
  • Het spijt me voor de momenten dat ik mijn eigen belang voorop stelde. Dat ik er echt even uit moest, om bij te tanken.
  • Het spijt me dat ik soms mijn aandacht niet volledig bij je had, omdat ik dacht aan school, problemen of de vermoeidheid die ik voelde.
  • Het spijt me dat ik je niet rustig kreeg op sommige momenten.
  • Het spijt me dat ik er niet altijd was en zal zijn op de momenten dat je pijn en verdriet hebt.
  • Het spijt me dat er ooit een milliseconde was dat er een gedachte door mijn hoofd flitste: waar zijn we aan begonnen?
  • Het spijt me dat je de 1e nacht van je leven alleen in een bedje lag. Tussen alle andere kleine baby’s. Mama keek naar het videoscherm waarop ze je live kon zien en zag je huilen. Mama kon niet bij je komen.

Ik hoop dat dit niet gebeurd, maar ik denk dat het onvermijdelijk is.

  • Je gaat me ooit haten, omdat je niet de stad in mag om te stappen. Of om 2 uur thuis moet zijn. Of liever nog om 12 uur. Of om 10 uur. Of je gaat gewoon niet?
  • Je gaat me stom vinden, omdat je dat ene snoepje/speelgoedje of whatever niet mag in de winkel. Hooguit van je eigen zakgeld. Dat natuurlijk op is.
  • Je gaat als een kleine driftkikker op de grond liggen omdat je je zin niet krijgt. En mama gaat natuurlijk volhouden.
  • Je bent boos omdat je om 7 uur naar bed moet.
  • We sluiten je op, op het moment dat je interesse krijgt in jongens. Dat ga je ons vast niet in dank afnemen.
  • Je gaat vast een keer met je bord met eten gooien, omdat je spinazie niet lekker vindt.

Waar ik naar uitkijk met jou:

  • Je snoetje dat geniet bij alle momenten samen.
  • Alle mijlpalen die nog gaan komen. Je hebt er al een aantal bereikt.
  • De spanning voor je verjaardag. Je gezicht bij het zien van de mooiste slingers en het uitpakken van je cadeautjes.
  • Hoe je samen met papa koekjes bakt. Zijn eindeloze geduld terwijl jij zelf mag kneden en koekjes mag uitsteken. Je toet onder het meel. En dan je gezichtje voor de oven die om de minuut vraagt hoelang het nog gaat duren.
  • De boekjes die we samen gaan lezen.
  • Je nieuwsgierigheid. Vanaf het begin keek je met grote blauwe ogen de wereld in. Ik hoop dat je nieuwsgierigheid blijft. Ik zal proberen antwoord te geven op al je vragen.
  • Ons moment in bad, dat we elke dag samen hebben. Tot jij niet meer wil. Omdat je al groot bent.
  • De logeertripjes die we maken naar je opa en oma ver weg.
  • Het zand aan je kleine voetjes, als we op het strand zijn.

Later is nu. Ik zal proberen van elke seconde met jou te genieten. En mooie herinneringen te maken. En mijn best te doen. Elke dag nog meer. Wij zullen dingen fout doen. Heel veel dingen. En er zullen momenten zijn dat je ons heel stom vindt of misschien zelfs roept dat je ons haat. Maar lief kind, weet dat je zo gewenst bent. Dat we je proberen op te laten groeien tot een prachtig mens. En dat, hoe het leven ook loopt, wij naast je zullen lopen en je hand zullen vasthouden. Tot het moment komt dat je onze hand loslaat, omdat je het zelf wel kan.

3 gedachten over “Als jij later groot bent”

  1. Wat een prachtig artikel. Ik krijg er echt tranen van in mijn ogen. Ken je het liedje ‘Hand op het hout’ van Claudia de Breij? Daar moest ik aan denken. Wel jankgevaar, haha.

Reacties zijn gesloten.