19 kinderen en twee juffen

Met een slaapdronken hoofd reed ik vanmorgen naar mijn opleiding. Plotseling hoor ik over een schietpartij in Amerika. De eerste gedachte die onbewust in mij opkomt is: ah, alweer. Tot ik hoor over 19 kinderen en 2 juffen. En dan word ik stil. Heel stil. Ik denk aan afgelopen week. 19 kinderen en twee juffen. Al bijna een half jaar trek ik op met mijn groep. En dat maakt dat er al een half jaar elke week 19 kinderen en twee juffen in het klaslokaal aanwezig zijn. Ik realiseer me dat het precies de inhoud van mijn lokaal is, dat weggeveegd is. Negentien. En twee juffen. Fuck. Ik zie de gezichten voor me. Van mijn eigen kinderen. Want zo noem ik ze soms. Al die levens. Al die dromen. Weg. Kogels hebben gaten geboord in hun lichamen. En dan denk ik aan mijn kinderen.

S. met je onbevangen lach

S. die zo goed in rekenen is

L. die zo graag wil helpen

S. die het zo graag goed wil doen

W. met je ondeugende hoofd en twee missende voortanden

J. met je uitzonderlijke observatievermogen

S. met je aandachtige blik

A. met je prachtige lange haar

R. die met een beetje aanmoediging meer kan dan de wereld denkt

D. die altijd om een ander denkt

F. zo klein, maar zo betrokken

L. dromerig en trots

A. zo behulpzaam

N. jij trekt je eigen plan, wat de wereld er ook van vindt.

H. is altijd vrolijk

T. Met je ontwapenende lach

M. zo serieus en zo ontzettend grappig tegelijk

T. je kunt het prima zelf, dag mag je best weten

D. jij kunt alles met je handen

Dit waren 19 kinderen. Nee, dit zijn 19 kinderen. En ik kan me niet voorstellen hoe het moet voelen om in één moment al deze levens te verspillen. Of ze in één keer te verliezen.

En toch voel ik ook een klein beetje compassie met de dader en zijn familie. Ik las dat hij gepest is. Ik weiger een moralistisch stuk te typen over wat goed is en wat niet goed is. Natuurlijk snap ik ook wel dat het leven van 19 kinderen en twee juffen bruut is beëindigd. Wat een bloed is daar vergoten. Maar misschien is deze jongen wel heel veel tekort gekomen in zijn leven. Dat moet haast wel, als je 19 toekomsten wegneemt. 19 stoelen die leeg blijven. 19 stemmen die wegvallen. 19 dromen. 19 gezinnen. 19 bedden die onbeslapen blijven.

Hij leeft ook niet meer. En er is vast iemand die van hem hield. Die moet leven in de wetenschap dat hij dit gedaan heeft. Maar die daarnaast ook dat ene leven moet missen. Van iemand die hij of zij lief had.